Gisteren een baaldagje, nood aan efkens ventileren. Sedert méér dan twintig jaar schrijf ik mee aan Raakpunt, het boekje van het Kinderkankerfonds UZ Gent. Bij aanvang zat ik in de redactie, maar sedert tal van jaren ben ik ‘vrijwilige freelancer’ met telkens twee teksten. Nu kreeg ik in maart een mailtje, dat het komende boekje nogal omvangrijk zou worden en dat er maar plaats overbleef voor één van mijn gedichten, de ingezonden tekst die altijd op de achterflap wordt gedrukt. Voor mij geen probleem, ik maak graag plaats voor de pen van andere ouders, broers of zussen of patiëntjes zelf. Toen ik enkele weken geleden het boekje in handen kreeg, zag ik tot mijn grote ontgoocheling, dat mijn inbreng had moeten wijken voor een tekst/gedicht geschreven door een BV, die de afdeling een bezoekje had gebracht. Ik wist toen niet onmiddellijk of ik me nu gekwetst/teleurgesteld dan wel kwaad moest voelen, maar het dééd me wel wat. Het gegeven bleef/blijft sudderen en gisteren onder wat ontstressend dweilwerk, neigde het zelfs naar ‘in mijn gat gebeten’ voelen. Het poetswerk deed er zijn voordeel mee, alles blonk dubbel zo mooi, want boosheid werk je altijd op iets uit en je kunt dat beter op je vloer doen dan op iets of iemand anders. Ja, op moeilijke momenten brengt een zweempje schoonmaakwoede mij soelaas. Terwijl ik de knoop in mijn maag trachtte te ontwarren, in stilte stoom afblies over de onvrede om het onderspit te moeten delven voor een BV, klonk opeens uit de radio Louis Neefs met mijn favoriete liedje ‘nooit een beter vriend dan …Benjamin’. Een beetje balsem op mijn toch gekwetste ego! Maar ’t is niet allemaal treurnis. Vorige week ontving ik een kaartje van een dame op leeftijd, die zich al jarenlang ‘fan’ van me noemt. Ze bedankte me voor de warme, troostende tekst in de laatste editie van Raakpunt. Ook dat is zalvend voor mijn hart. Ik schreef haar een kaartje terug en gisteren belde ze me op met de vraag, waarom ik haar geschreven had. Ze was het al vergeten, dat ze mij een paar dagen voordien een stukje warmte, waardering en erkenning had toegestuurd, maar ze had het dus wel gedaan! Een schouderklopje vanuit onverwachte hoek. Zo, dit was eventjes stoom afblazen, ventileren, gal spuwen, de knoop in mijn maag wegtoveren, om mijn ontgoocheling voor een stukje te kunnen verteren.
’t is dat het je raakt
al weet je wel
na al die jaren
blijft het dweilen
met de kraan open
want wat je doet
stelt bitter weinig voor
in het andere oog
en toch …
blijk je kwetsbaarder
dan je dacht
zelfs na al die jaren
leggen zich
moeilijk te ontwarren
knopen in je maag
en is het even … slikken
Doris Dorné
Nog geen reacties