De tweede dag van de zomervakantie 2020 is bijna geweest, ’t gaat vlug. Het wordt een ‘gevaarlijke’ zomer in tal van opzichten. Elk ogenblik kan het nog niet te temmen virusje, waar we al enkele maanden tevergeefs moedig tegen vechten, ons bespringen. Waakzaam blijven is dus de boodschap! Zorgeloos leven is er niet meer bij. We volgen stappenplannen, we houden afstand en velen van ons verbergen zich achter de veelbesproken mondmaskers. Politici en virologen vertellen de éne dag dit en de andere dag dàt. Een mens weet op den duur niet meer waaraan zich te houden. Het wordt dus uitkijken de volgende twee maanden, want ondertussen zijn hier de vakantiegangers hun intrek komen nemen. Niet, dat ze dat niet mogen, maar ze zorgen wel voor een serieuze bevolkingsexplosie op begrensd grondgebied. Buiten dit wakkere, weerspannige virus huist in onze tuin nog een ander ontembaar diertje: een mol. Ook hier gluurt gevaar! Deze noeste werker ondermijnt zonder mededogen ons veel te droge gazon. ’s Morgens bespeuren we rondom ons huis het resultaat van zijn graaf- en duwwerk. Ik heb niks tegen molletjes, maar als ik mijn ramen wil lappen, dan is het oppassen geblazen om niet in één van zijn tunnels terecht te komen. Niettegenstaande de goede raad van Manlief, ging ik toch al onderuit met mijn twee treden tellend laddertje, waarvan één poot in het niets verzakte. Die mollengang kelderde als het ware mijn atletisch vermogen. Gelukkig vielen mijn oude knoken nogal zacht ter aarde. En last but not least, het grootste gevaar van deze corona tijden en komende vakantie: de tweewielers ofte fietsers. Op aanraden van huisartsen en virologen greep half België naar het nieuwe ‘het van het’: de fiets. Sedert iedereen dit fenomeen heeft ontdekt, moet je als modale en lokale fietser, ogen op je rug hebben. In de voorbije week ben ik omzeggens twee keer van mijn sokken gereden door zo’n trappende hooligan. En zij maar roepen: ‘Madame, Madame, let op!’ op het moment, dat ontwijken niet meer aan de orde was en ik eigenlijk niks verkeerd deed, terwijl zij van ‘fietsbellen’ geen kaas gegeten hadden. Het scheelde niet veel, of er kwam van bloggen niks meer in huis. Zelfs op het strand voel ik me vaak niet meer veilig. Blijkbaar vinden mountainbikers dat hun prioriteiten daar liggen en dat iedereen plaats moet ruimen voor hen. Ik zeg het jullie, het wordt een zomer vol gevaren, een zomer om gezellig en veilig in mijn kot te blijven!
waar zijn ze
de zomers van zorgeloos
waar zijn de dagen
van ongedwongen leven
waar is de tijd
zonder haperende dagen
vragen velen
zuchtend en klagend
…
ik ben ze
al jaren kwijt
zo voelt het immers
als je hart een kind verliest
Doris Dorné – 2020
Nog geen reacties