Rustige dag. Buiten geen weer om een hond door te jagen. Streepje blauw afgewisseld met donkergrijs. Straaltje zon gaat in de clinch met af en toe een hagelbui of stortvlaag. Alsof het weer ons aanmaant: blijf in je kot! Gisterenavond, net zoals alle voorgaande jaren, samen getafeld. Lekker relax, gesmolten kaas in pannetjes met aardappelen in de pel op tafel en daarna een stukje ijstaart. De raclette (kaas) had ik deze keer op de markt gekocht met het idee: die zal wel lekkerder zijn dan die voorverpakte uit de winkel. Niet dus, er zat weinig smaak in en de kaas stolde bijna onmiddellijk na het smelten tot één eind elastiek. Had beter gekund, maar oké, nu weten we dat ook weer. Ook het geschenken uitdelen was een stuk minder hilarisch. Corona is de superdief van leuke momenten en dingen, maar klagen doen we niet. Laatst hoorde ik twee tachtig plussers tegen elkaar bezig. Dat ze nu niets meer hadden of mochten of konden! Dames, wees ik hen terecht, die dingen hadden, mochten of konden jullie vroeger toch ook niet. Maar ja, nu zijn we allemaal te veel gewoon. We zijn verwende nesten, hier aan deze kant van de aardbodem. Je zal maar ergens anders geboren worden, waar al die luxe ongekend is. Bovendien zitten heel veel mensen met nog groter hartbrekend verdriet en hoofdbrekens dan ons virusje. Zo weet mijn vriendin, dat haar negenendertigjarige zoon nog slechts drie maanden te leven heeft. Haar drie kleinkinderen zullen zonder hun vader verder moeten. Het is zeker niet de corona die haar slapeloze nachten bezorgt. Dan erger je je toch als je anderen hoort klagen over: thuiswerk, vrienden missen, leuke dingen aan de neus zien voorbijgaan? Aanvaard, dat alles tijdelijk gewoon coronagewijs zijn gangetje gaat, zonder uitschieters, maar ook zonder immens verdriet en wees daar gewoon tevreden mee. Maak kleine gelukmomentjes tot groots. Zo’n momentje had ik laatst, toen ik op ’t Bad, ’s morgensvroeg boodschappen deed. In een struikje bruidsluier van niemandal, hangend aan een beetje ijzerwerk, op een boogscheut van de zee, hoorde ik een orkest tjilpende mussen. Vijftien van die beestjes, netjes op een rij, brachten kwetterend hun oeuvre ten gehore. Ik werd er stil van, zo mooi! Zoveel kwetterende vogeltjes in zo’n klein struikje maakten echt mijn dag! Er waren ook de drie regenbogen op Benjamins sterfdag verleden week. Eén van mijn vriendinnen zei: die heb ik speciaal voor jou meegebracht en een andere vriendin: dit is er ééntje voor Benjamin. Mooi toch? En ondertussen ben ik sedert maandag ook een tand armer. Een bezoekje aan de tandarts voor een verloren gedachte vulling, bleek goed voor een niet meer te redden exemplaar. Gelukkig niet te veel last van gehad, dus ook iets om gewoon blij om te zijn. En zo glijdt Kerstdag in alle rust voorbij. Straks nog een lekker taartje … maakt ook blij!
‘het’ …
glipt ongezien
ongrijpbaar vlug naar binnen
legt een knoop
in de maag
boetseert een krop
in de keel
duwt het hart
in een deuk
‘het’ …
tekent bochten
in het hoofd
tilt zwaarte
op de schouders
meandert tranen
in de ogen
‘het’ …
draagt de naam
‘verlangen’
Doris Dorné – 25 december 2020
Nog geen reacties