Het waait … storm Eunice maakt zijn opwachting. De wind gaat wild tekeer in de hoge bomen van de bij ons aanpalende kinderboerderij. Ze laat de reeds ontspruitende toppen een passionele tango dansen. Vanop mijn residentieel ziekenhuisbed ben ik toeschouwer op de eerste rij. De struiken van de vlindertuin wuiven me over de schutting heen, vrolijk toe. Het doet denken aan dertig jaar terug. Het was toen nog bangelijker dan nu. De kerktoren in St. Joris (dorpje en deelgemeente van Nieuwpoort), waar de kinderen school liepen, viel in volle glorie, de spits naar beneden, in de aanbouw van de kerk en bleef er als een ‘immense frietzak’ maandenlang nieuwsgierige kijkers lokken. Manlief, toen werkzaam bij de elektriciteitsmaatschappij, moest tien dagen lang, dag en nacht beschadigde leidingen herstellen. Veel boeren zaten zonder stroom, koeien konden niet meer gemolken worden en machines lagen stil. Na die tiendaagse interventies waren Manlief en zijn collega’s geen mens meer, maar zombies. Het was januari 1990, een slechte start van een nieuw jaar. Wie kon toen vermoeden, dat 1990 nog stormachtiger zou eindigen voor ons? Wie wist toen, dat er begin december, een windkracht door ons leven zou gieren, die ons ganse gezin van de sokken zou blazen? Op vrijdag 7 december kregen wij van de kleine, lieve blonde dokter het verdict: kanker in mijn kind. De wereld viel op ons hoofd, de grond verging onder onze voeten. We waren die dag geen mens meer, het voelde als ‘zombies’. Maandenlang tornden we op tegen een windkracht waar we geen vat op kregen en toen we eindelijk mochten proeven van een windstilte, bleek die verraderlijker dan een felle en onverwachte rukwind. Toen werd de inhoud van ‘stilte voor de storm’ me duidelijk. Soms drijft windkracht je zonder mededogen naar daar, waar je echt niet wenst te zijn.
Nog geen reacties