Vier stippen op je hand, het teken tegen pesten. Echt pestgedrag moet verschrikkelijk zijn voor wie slachtoffer is. Genegeerd, fysiek afgetroefd, mondeling vernederd worden. Het maakt je klein en nietig, onzeker en bang. Terwijl ik hier lig of zit, in gedachten eens terug gezapt naar een ver verleden. Eerlijk, zelf heb ik niet het gevoel ooit echt gepest te zijn geweest. Ik prijs me dus gelukkig. We leefden ook in andere tijden. Kwamen we thuis met klachten, dan stonden onze ouders paraat met de uitspraak: ‘je moet je maar niet laten doen, bijt gewoon van je af’ of ‘zoek dan iemand anders om mee op te trekken’. Veel meer woorden werden er niet aan vuil gemaakt. Bovendien droeg ‘pesten’ toen meer de lading ‘plagen’. Wat niet wil zeggen, dat er geen pestgedrag was, het kreeg alleen een andere benaming en veel minder aandacht. Volgens onze ouders werd je alleen maar sterker door zo’n gedrag te negeren. Ooit werd mijn boekentas, na een lange schooldag, toen we op de tram wachtten, verstopt door twee ‘kwajongens’ en moest ik naar huis zonder. Een telefoontje en uren later, was mijn tas gevonden, in de inkom van het gebouw, achter de deur. Ik dus terug met de tram, die dan maar om het uur reed, om het ding op te halen. Geen woorden meer aan vuil gemaakt, niet laten merken hoe erg ik het vond. Het vergalde gewoon het plezier van de ‘deugnieten’. Pestgedrag is anders. Het gebeurt niet één keer, het gebeurt regelmatig en doelbewust. Pestgedrag is iemand viseren en belagen. Veel pestgedrag vloeit voort uit verstoken jaloezie, door meestal iemand die zelf niet goed in zijn vel zit. Naast kinderen, zijn ook volwassenen er niet wars van. Burenpestgedrag loopt soms serieus uit de hand. Het maakt het leven in een straat of wijk er niet makkelijker op. En wat valt ermee te winnen? Niks. Het schept alleen maar onnodige ellende, agressie onbegrip en … slachtoffers. Pesten is dus ‘not done’, zowel bij klein als bij groot!
Nog geen reacties