Vier maanden vooral liggen en zitten, maanden tot veel denken, mijmeren en lezen. Het leidde vaak tot chaos onder mijn hersenpan. Neem nu de laatste dagen: kranten en weekbladen berichten over ’toxische relaties’. Om paranoïde van te worden! En toch … ik sta er bij stil, stel vast en vraag me af wat zo’n relatie echt inhoudt. Als kind werd ik al vroeg verantwoordelijk gesteld voor mijn twee jongere zussen. Ik was het moedertje dat moest zorgen. Het werd er als het ware bij mij ingestampt. De oudste droeg alle verantwoordelijkheid! Ook later bleef ik als senior het aanspreekpunt voor schoonmaken, boodschappen doen, thuisblijven om de telefoon te beantwoorden. Allemaal te danken aan de rol gespeeld door mijn moeder: huisbewaarster in een appartementsgebouw, slaaf van achttien eigenaars, vierentwintig op vierentwintig uur. Natuurlijk nam mijn moeder die taak veel te ernstig op. Er was geen tijd om te genieten, laat staan met vakantie gaan. Buiten een ommetje op het strand viel er niet veel te rapen. Genageld aan haar zetel, zat ze te wachten op de telefoon die kans had tot rinkelen of op één of andere ‘Madame of Mijnheer’ van bovengronds, die een oplossing zocht voor één of ander probleem. Ik heb onze ondergrondse woning en de achttien appartementen boven talloze keren vervloekt. Maar … ik was braaf en toegevend en deed wat me opgedrongen werd, omdat zoiets in mijn karakter lag. Was dat een toxische relatie? Misschien wel, maar je ouders blijven altijd je ouders en ik blijf altijd ik. Ooit nam ik eens deel aan een ‘assertiviteitscursus’. Veel heeft het niet geholpen, na een maand liep ik al terug in mijn aangeboren circuit. Uiteindelijk ben je en blijf je wie je bent, deels genetisch bepaald, deels geboetseerd door je omgeving. Zwart op wit lees ik vandaag in de Libelle, dat veel kinderen vinden, dat ze veel ‘moeten’ van hun ouders, of dat toch zo voelen. Dat ‘moeten’ zorgt voor druk en leidt bij één op tien van die kinderen, bij het begin van de lagere school, naar faalangst. Ja, hoor, zo klaar als een klontje voor mij, want zo is het echt.
Bij Echtgenoot ligt het dan weer anders. Op negenjarige leeftijd verloor hij zijn vader. Als oudste en zoon, nam hij de taak van ‘man in het gezin’ op zijn kinderschoudertjes. De zorg voor zijn moeder en zijn zus stond voor hem op de eerste plaats. Ik vond dat mooi, maar het heeft hem ook een dominant kantje. Zo zijn we allemaal gevormd tot wie we zijn door een mix van onze karakters en de omstandigheden waarin we opgroeiden. Een uur geleden noemde Manlief me nog ‘veel te braaf en goedhartig’, ik hem ’te weinig empathisch en dominant’. Een toxische relatie? We houden het toch al vijfenveertig jaar, met vallen en opstaan, vol met elkaar en een zee van tijd hebben we niet meer. We blijven roeien met de riemen die we hebben. Weet je, teveel liggen, zitten, mijmeren en lezen … het heeft ook toxische kantjes.
kinderschoudertjes
torsen vaak een last
hen veel te zwaar
ongeweten
dragen ze het moeten
als een loden mantel
de angst tot falen
gesponnen cocon
om kleine lijfjes
die van verweren
geen weet hebben
Doris Dorné – 28 april 2022
Nog geen reacties