Dag op dag, zes maanden terug, werd mijn afgebroken voet onder handen genomen door een bevlogen arts. Nog elke dag sta ik met bewondering naar haar werk te kijken, maar zij zou me zeggen: ‘wij zijn er nog niet!’. Ondertussen kan ik toch al een aardig stukje stappen en ook de huishoudelijke karweien neem ik weer voor mijn rekening. Benieuwd wat ze op elf juli zal beslissen over al het ijzerwerk rondom mijn enkel. Weghalen of laten zitten? We zullen zien en horen.
Ondertussen vlinderde de zomer binnen. Achter glas juicht het paars van een uitbundige vlinderstruik me vrolijk toe. Terwijl ik plichtbewust mijn voet- en beenoefeningen doe, landen koolwitjes, atalanta’s en dagpauwogen op de lokkende bloemen. Eindelijk zijn ze er, die prachtige diertjes. Ze rusten met gespreide vleugels op onze tuintafel, krant of knieën, om energie op te laden. Het zijn natuurlijke, kleine zonnepanelen. Geluk zit soms in het fladderen van vlindervleugels.
Gisterenavond voor het eerst een snuifje zee en strand genomen, na zes maanden ‘binnenland’. De geur van zilt en zout! Een eind de dijk opgewandeld, nog in zalige rust voor de grote inval van de zomertoeristen. Stilte, slechts hier en daar een verdwaalde senior, te voet of op de fiets. Straks valt hier een leger binnen voor de jaarlijks zomerse gekte. Ook dat heeft zijn leuke kanten, maar het mag niet langer dan twee maanden duren. Er bekroop mij vooral een gevoel van nostalgie. Van jaren, als kind en later tiener en puber, gesleten op de rand van de zeedijk. In het gebouw, Residentie Mercator, waar mijn ouders zich verschuilden als huisbewaarder en manusje van alles, in de kelderverdieping. Hun eigen woonst ontvlucht, om ‘mijnheren en madammen’ te gaan dienen. Eerlijk is eerlijk, wij hadden maar de deur te openen en waren heersers over zand en water. Niks mooiers dan op een prille zomermorgen, als kind, onder opkomende zon het strand op te lopen en te genieten van de wijdsheid van terugtrekkende zee en groeiend strand. Tal van herinneringen tuimelden door mijn hoofd. De warme zomerdagen, de nooit vergeten zomerliefde, de magie van zomeravonden, de zomervriendschappen … niets is vergeten, alles is veranderd. Vroeger was zoveel leuker of lijkt het alleen maar zo? Vroeger was er de bowling, dansavonden in open lucht, het samenkomen van de jeugd op de place to be, de badinstallatie op de zeedijk … allemaal heimwee. En weet je wat? Die heimwee is helemaal alleen van mij!
weemoed weegt …
in gekleurde avondlucht
vliegert verlangen
op zachte zomerbries
heimwee schildert
met vaste hand
wat was maar
nooit meer wordt
en toch …
ongestoord blijft
de zee
gaan en komen
legt strand
zich steevast
in nieuwe plooien
en tekent
nat zand
een voetspoor
naar verder
Doris Dorné – 30 juni 2022
Nog geen reacties