Er staat al jaren een kunstwerk in Nieuwpoort: ‘Le vent souffle où il veut’ van Daniël Buren. ‘De wind blaast naar waar hij wil’ en dat deed hij zeker de laatste tijd. Na weken van veel ‘gewaai’, valt er vandaag een windstilte over onze contreien. Waren er in het binnenland al zomerse temperaturen, dan bleef het hier aan de kust zo’n tien graden frisser. Zonder jas buiten was geen optie. Maar ja, het is geweten (toch door de lokale bewoners), dat zelfs het temperatuurverschil hier te lande tussen Stad en Bad, tekent voor een jas of trui. Vandaag dus niet, want de mussen vallen omzeggens van de daken, getroffen door de eerste dertig graden Celsius. Zo warm hoeft voor mij dus ook niet. Het doet me denken aan juni 1994, zes maanden na Benjamins sterven. Ook zo’n hete dag, waarop we half ons huis zonder roofing (naar aanleiding van het vernieuwen van ons plat dak) en dus onbeschermd, zetten. ’s Avonds een wolkbreuk en hop, daar stonden wij en onze inboedel met de voetjes in het water. Niet leuk, maar er zijn ergere dingen in het leven. Hoge temperaturen scoren in juni is dus niet uitzonderlijk. Wij kunnen erover meepraten en verlangen na één dag windstilte al weer naar een verkoelend briesje. Het is dus nooit goed!
Deze morgen foto’s gezien van een vijfjarig meisje, dat ondanks het vele vechten niet meer te genezen is. Verleden week stierf het ‘roze ballonnenmeisje’, amper drie jaar oud aan leukemie. Beelden, die me telkens weer doen terugreizen in de tijd en alles van toen doen herbeleven. Een televisiejournalist kreeg in maart de diagnose kanker. Amper twee maanden later blijkt hij ‘kankervrij’ te zijn en hoeft hij geen chemo of bestraling. Een goedaardige tumor, denk ik, hoop ik voor hem en dat hij gespaard mag blijven van verdere problemen. Alleen maar hoop voor hem dus.
Het programma ‘Mirakel 71’ volg ik niet. Ik geloof niet in mirakels of wonderen. Ik lees in een interview: er moet altijd hoop zijn … Hoe moet je blijven hopen, als je weet, dat je kind terminaal ziek is? Wat moet je blijven hopen voor een stervend kind? Dat het vlug mag sterven en niet onmenselijk moet lijden? Ja, dat hoopte ik, maar die hoop werd niet ingelost. Wat als je zesjarig kind, dat dag na dag aftakelt, vraagt om te mogen sterven? Moet je dan nog hopen op een mirakel of een wonder? Wat als zelfs de artsen met de handen in het haar zitten en onmachtig moeten toegeven, dat er geen opties meer zijn? Moet je dan nog hopen of niet?
Zelf stond ik te nuchter in het leven, om nog hoop te koesteren, waar hoop niet meer te vinden was. Diep in mijn hart heb ik altijd geweten, dat we het gevecht zouden verliezen. Het medisch kinderkankerteam van het UZ Gent haalde alles uit de kast, maar ook zij konden/kunnen jammer genoeg niet toveren. Dan kun je als ouder, als arts, enkel je hoofd buigen en aanvaarden, dat wonderen en mirakels gelukkig soms wel gebeuren (er genezen ook kinderen), maar even vaak ook niet. Ja, er was hoop toen we in behandeling waren, maar met de hoop groeide ook de angst. De angst, dat ondanks de hoop, we ons kind toch zouden verliezen. En op een dag was het zover, we moesten de hoop opbergen en … aanvaarden, aan mirakels of wonderen hadden we niets.
nooit geloofd
dat ik je zou houden
nooit geloofd
dat jij het zou redden
altijd was er die angst
voor de dag van morgen
nooit was de kanker weg
bij elk pijntje
bij elk zuchtje
dacht ik de kanker terug
zo was ik wars
van wonder of mirakel
boog ik het hoofd gelaten
bij het vallen van het verdict …
voor jou geen ‘later’
Doris Dorné – 10 juni 202
2 Reacties
❤
Ook voor ons geen mirakel, wel veel angst om dat kleine sprankeltje hoop te verliezen. Diep van binnen besef je wat er zal gebeuren, maar daar wil je niet aan toegeven. Tot dat men zegt dat er geen hoop meer is voor je kind. Onmenselijk om te dragen. Je kind zien aftakelen en zien sterven. Ik wens het niemand toe. Je hebt dat alweer heel mooi verwoord, Doris.