We naderen het eind van november, straks zitten we weer geprangd tussen Sint en Kerst/Nieuw. De hoofdbrekens zijn al begonnen: met wat doen we wie een plezier? Het wordt steeds moeilijker, want we hebben al alles. Maar … ik geef niet op! Niks leuker, dan een passend geschenk zoeken voor iemand waar je van houdt. Of ze er dan blij mee zijn, dat is dan weer een paar ander mouwen, maar het plezier van het geven maakt toch de gelukshormonen los, vind ik.
Ondertussen liggen de bosklassen van Kleinzoon achter de rug. Een door en door natte, maar blijkbaar toch leuke week in Durbuy. Acht kilometer wandelen, een grottenbezoek met de nodige angst, een overlevingstocht, een spotten van everzwijnen … aan evenementen geen gebrek. Waar is de tijd van onze ‘schoolreisjes’? Een dagje weg met de bus naar Gent of Brugge, het Zwin, Moeder Siska en ’s avonds terug naar huis zonder één sandwich gegeten te hebben, dus dan maar uitgedeeld aan de hongerigen. Een leven lang geleden! Ooit trok Zoonlief met de school voor een week naar de Ardennen. Bij terugkomst hielden ze hem een beetje achter, kwestie dat we niet teveel zouden schrikken van die knoert van een blauw oog, die hij opliep door uit zijn stapelbed op een lavabo vallen. Een meisje uit zijn klas was, bij het zien van het oog, zelfs tot twee keer toe van haar stokje gegaan. Gelukkig viel het al bij al mee.
Het was ook de periode, dat Benjamin al ziek was, maar wij nog geen weet hadden. Een paar maanden later zouden we het UZ Gent van binnen en van buiten leren kennen. Van toen af is alles gelabeld aan zijn ziek zijn en sterven. Van toen af viel het ‘onbevangen’ leven weg en het kwam ook nooit meer terug.
November is ook de maand waarin ik me geen blijf meer wist met mijn machteloosheid en schuldgevoel. Moeten toekijken, hoe je kind dag na dag aftakelt, is letterlijk in het zand bijten. Beetje bij beetje, mee sterven met je kind. In het artikel van Nina (Laatste Nieuws) over Linda van Milk Inc. (eind oktober) vond ik terug wat ik dertig jaar geleden met identieke woorden in mijn gedichten schreef. Zij verloor, zes jaar geleden, haar dochtertje van twee jaar oud aan kanker en zegt in dat artikel hoe het voelde, voelt en blijft voelen. Zie je, Moeders van toen en Mama’s van nu met gebroken hart … ze spreken dezelfde taal, al ligt er een zee van dertig jaar tussen hen in. Maar … laten we ook de vaders van toen en de papa’s van nu niet vergeten, ook hun verdriet is er één van alle tijden. Het is me ooit door een lieve papa verweten, dat ik altijd in de ‘mama vorm’ schreef. Hij vond dat verschrikkelijk. Bij een voorstelling van mijn gedichten was hij er het hart van in en werd het hem teveel. Hij had gelijk, ik had zo met hem te doen, maar ik kon/kan alleen maar schrijven over mezelf, hoe ik me voel en hoe ik het ervaar. Een andere vader stelde toen voor, om gewoon de ‘moeder/mama’ in mijn teksten te veranderen door ‘vader/papa’. Verdriet is van alle tijden en van alle mensen.
en toch …
geen taal
geen pen
kan omschrijven
geen hoofd
geen hart
kan bevatten
hoe verdomd moeilijk
het was en is en blijft
soms surfend op wanhoop
vaak waanzinnig eenzaam
geslingerd tussen de touwen
wankelend op gespannen koorden
nu eens hopeloos verdrinkend
in hoge golven gemis
dan weer op het droge geworpen
gedwongen happend naar moed
… tot verder
niets is immers
nooit meer wat het lijkt
na het verliezen
van je kind
Doris Dorné – 24 november 2023
Nog geen reacties