Ja, we hebben al een groot stuk zomervakantie versnoept! Morgen de twintigste juli, augustus komt in zicht. De voorbije weken waren we druk bezig. Het begon eind juni met een vijfdaagse logeerpartij bij de kleinkids, terwijl hun ouders moddergewijs genoten van hun jaarlijkse ‘uitleefvakantie’ op Graspop. De kids moesten deze keer naar school en van school gereden worden, vermits de nieuwe woonst een eindje op afstand staat. Gelukkig liep alles van een leien dakje en ken ik de te nemen route nu binnenste buiten. Zo leert een mens op seniorenleeftijd nog eens iets bij! Het waren vooral vijf leuke dagen, waarop ik de kleinkids een ietsje beter leerde kennen. De jongste nam me mee langs alle speeltuintjes in de nabije omtrek, kleinzoon stond altijd klaar om te helpen en onze oudste spendeerde de tijd op haar slaapkamer, want de examens liepen. Ze hebben overigens alle drie hun schooljaar met glans afgesloten. Ondertussen was nummer drie hier voor een weekje met vakantie. In haar ééntje, Broer had immers geen zin in zeven dagen bij de oudjes en bleef lekker thuis, terwijl zijn grote zus tekende voor een kamp met elke dag een ander pretpark op de teller. Vorige week werd ze vijftien en dat mag je gerust een mijlpaal in een meisjesleven noemen.

Al dat jong geweld deed me terugkijken en mezelf spiegelen aan vroeger. Kleindochter trok na de examens met vriendinnen stad Gent in. Wat deed ik toen ik nog zo jong was? Het bracht me terug naar de vriendin met wie ik toen, voor haar vijftiende verjaardag, de allereerste keer op restaurant ging. Twee gibberende tieners, die bij het minste de slappe lach kregen. Het was het evenement van het jaar, want zeg nu zelf, in die tijd uiteten op restaurant … niet zo evident als de dag van vandaag. Het bewuste eethuis ruimde ondertussen, jaren geleden, plaats voor een appartementsgebouw, maar nog steeds moet ik glimlachen bij die herinnering. Onze vriendschap hield jammer genoeg niet stand. Onze hoofden waren toen nog niet rijp genoeg. Onze wegen scheidden. Mijn vriendin trok naar de kappersschool, ik naar het atheneum en dat was dat. Of hoe flinterdun soms jonge vriendschappen zijn. Toch zal ik haar nooit vergeten. Daar dacht ik aan, toen onze oudste kleindochter met de vriendinnen op stap ging.

In kleinzoon zag ik mezelf terug. De eerste uit bed, tafel gedekt. Zorg voor de poes. Bezorgd om zijn kleine zus. Plichtbewust, verlegen, weinig zelfvertrouwen, vaak zichzelf naar de achtergrond schuivend, soms te toegeeflijk. Een pleaser(tje), noemen ze dat de dag van vandaag. Ik was acht toen we hier te Nieuwpoort kwamen wonen en elke dag voor mijn twee zussen zorg moest dragen, terwijl mijn moeder uit werken ging. Net als kleinzoon, stond ik ’s morgens als eerste op. Smeerde de boterhammen voor de boterhamdoos van mijn vader. Nam tal van huishoudelijke taken op mijn schouders. Ook ik was een verlegen kind, haatte spreekbeurten in school, stond niet graag op het voorplan en had zelden een eigen mening. Het is mooi, braaf kind zijn, maar niet altijd goed voor jezelf. Ik wens mijn kleinzoon vooral zelfzekerheid toe en geloof in zijn eigen ik.

Nummertje drie wordt straks tien. Vandaag is ze nog altijd maar een meisje van negen, dat hopeloos verliefd valt op een pop. Een pop, die op haar lijkt. Een pop met donkere haren en bruine oogjes. Onze jongste kleindochter is de afdruk van haar mama, tot in het kuiltje in haar wang toe. Ze kent al grote woorden, zoals ‘getraumatiseerd’. Toen ze verleden week tijdens een bezoekje aan de betere speelgoedwinkel, sterretjes in haar ogen kreeg bij het zien van de bewuste pop, vond ik mezelf terug op mijn negende. Hoe groot was het verlangen iedere zondag, om in de speelgoedwinkel achter de hoek, langs de rekken te lopen en te hopen ooit die éne pop te kunnen krijgen. Er was toen nog geen sprake van ‘getraumatiseerd’, onze kinderwereld was zoveel kleiner dan die van vandaag, maar het geluk dat een pop kan geven op je negende, is hetzelfde gebleven. Ik zag het in de sprankel van mijn kleindochters ogen, toen ze verleden week haar droom in haar armen hield.

ze weten

méér dan wij

schaven ons

elke dag bij

nemen ons mee

in de tijd van nu

waar wij

lang klein bleven

groeiden zij

snel tot nu al groot

gelukkig toch

in hoofd en hart

nog steeds bereikbaar

voor kinderdromen

Doris Dorné – 19 juli 2024

Nog geen reacties

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *