Sinds éénendertig jaar is de herfstperiode, van september tot december, voor mij de meest beladen tijd van het jaar. Het waren de maanden voor Benjamins sterven: martelende pijn, een kind onwaardig lijden, wurgende angst, aftakelen .. afzien. Het waren maanden van onmacht en tranen, verstikkende onzekerheid, elke dag de vraag: wat, hoe, wanneer? Veel mensen zullen denken/zeggen, dat na éénendertig jaar er toch mogelijk sprake moet zijn van ‘los laten’. Maar je gestorven kind ‘los laten’ is onbegonnen werk, een ondenkbaar item. Doorgaan zonder dat kind is niet haalbaar. Het kind dat er niet meer is, leeft in, op, onder en naast je hart. Altijd dichter dan dichtbij dus. En zo komt het, dat als je de soms de eerste tonen van een liedje hoort, het verhaal en het verleden van je kind, bij je binnenstroomt en je vult van kruin tot teen.
Zo verging het mij gisteren. Bij de eerste tonen van het liedje ‘Baby make your blue jeans talk’, zag ik Benjamin dansen met zijn hartenvriendinnetje Julie. Zes waren ze en hopeloos verliefd, zoals enkel zesjarigen dat kunnen. Zo mooi, dat hij dat gevoel nog heeft mogen kennen. Het was mei, ouderfeest en ze dansten hun laatste kleuterklas dans. Zo enthousiast Benjamin de weken voordien was geweest, zo minnetjes bleek hij nu. Alsof het dansen alles van hem vergde. Juf Josiane keek bezorgd. Benjamin had het moeilijk, zei ze. Pijn in hoofd, buik en beentjes. Toch danste hij met zijn Julie, hoeveel moed en kracht moet hem dat gevergd hebben? Een mens vraagt het zich toch af. Bij mij gingen de alarmbellen rinkelen. Mijn moederhart voelde en wist … de kanker is terug. De vriendinnen trachtten mijn angst te sussen. Ook hun kinderen hadden af en toe wel eens buik- of hoofdpijn. Ze meenden het goed, maar een tweetal weken later vonden ze geen woorden meer tot troost. Bij de zesmaandelijkse controle sprak de scanner boekdelen. Mijn moederhart had me niet bedrogen. Op het schoolfeest, in juni, danste Benjamin nog een laatste keer vol overgave met zijn Julie, het meisje met het gouden haar. Hij was een vrolijk, lachend jongetje in Urbanus outfit die dag. Een stervend jongetje op een podium. Ik stond erbij en keek ernaar, hopeloos verloren tussen blije, trotse ouders. Niemand die zag, hoe ik toen al elke dag een beetje stierf, als mama.
Zo dichtbij blijft dus mijn gestorven kind. Van ‘los laten’ kan geen sprake zijn. Even ventileren kan ik langs deze weg. Ik hoef niemand lastig te vallen en niemand moet zich verplicht voelen, om mijn schrijfsels te lezen.
plots door een liedje
de adem benomen
is het even ventileren
achter mijn klavier
brei ik ….
letters tot woorden
woorden tot zinnen
zinnen tot tekst
tekst tot jouw verhaal
even ventileren …
op adem komen
tot weer
een ander herinneren
me bij de keel grijpt
Doris Dorné – 17 november 2024
3 Reacties
Doris, zo mooi geschreven. Alleen jij kan dat zo goed verwoorden wat we als mama gevoeld hebben terwijl ons kind, schijnbaar gelukkig, zo ziek en terminaal was. Je bent niemand tot last, jouw lezers vinden troost in jouw teksten en gedichten om het ondraaglijke verdriet tijdelijk een beetje te verzachten.
Veel liefs
Nathalie
Dikke knuffel. 💖🙌
Onze kinderen zullen we nooit loslaten… deze week herbeleef ik zijn laatste dagen, onze discussies over het wel of niet op school blijven tussen de middag, zijn laatste fuif, zijn laatste paar nieuwe schoenen en vest, vervroegd Sinterklaas..
Wat mis ik mijn Vincent..
Veel liefs Doris
Xxx