Ze zit er weer op, de krokusvakantie. Een vroege krokus dit jaar. Zo vroeg, dat de echte krokussen nog niet veel kans kregen, om zich te tonen. Misschien zijn ze wel verdronken, samen met de hyacinten, door de vele nattigheid die we de laatste maanden over ons kregen. Waarschijnlijk liggen ze nu onder het gras te dobberen! Krokussen zijn ook zo’n link naar Benjamin. Ooit nam ik een foto van hem, gehurkt tussen paars – wit – geel en gestreept krokusplezier. Zijn laatste lente was in aantocht, maar we hadden nog geen weet. Er was het geluksgevoel met het altijd grijze randje van angst. Een vermoeiende manier van leven, maar je deed je best om erin te geloven. Geloven, dat het zo zou blijven, dat de zon zou blijven schijnen dat de krokussen zouden blijven kleuren voor hem. Eerlijk? Zelf heb ik het nooit durven geloven. Ik voelde toen al, een schrijnend mama buikgevoel, een bijna zeker weten, dat slecht nieuws nooit ver weg was. Twee maanden later was het zover. Met het verdict ’terminaal’ werd ook de belofte op krokussen onthoofd. Niet zo lang geleden kreeg een vriendin de diagnose: tumor op de nier. Ze moest twee weken geleden een operatie ondergaan, de nier werd weggenomen. Deze week sprak de oncoloog zich uit. Kwaadaardige tumor, maar mooi ingekapseld en volledig verwijderd. Nabehandeling hoeft niet, wel een driemaandelijkse controle. Ook zij moet verder met de hoop en het grijze randje angst. Het wierp me terug naar de dag van Benjamins operatie in juli 1991. Ook bij hem werd de linker nier, drager van de hoofdtumor, weggenomen. Het rare was, dat de artsen, niettegenstaande talloze echo’s en scanners, ons vertelden, dat de gal en een stuk van de milt dienden verwijderd te worden. Toen we op de dag van de operatie, na vier uur wandelen om onze gedachten te verzetten, op de afdeling kwamen, bleek het helemaal anders en veel zwaarder uitgevallen. Ik vraag me nog altijd af, hoe dat mogelijk was. Ik vond en blijf het raar vinden, dat we toen niet het juiste verhaal kregen. Maar ja, ook medici zijn uiteindelijk maar mensen. Ik vind het nu ook vreemd, dat mijn vriendin, bij de diagnose ‘kwaadaardig’ geen nabehandeling krijgt. Maar ja, wie ben ik? Zeker geen oncoloog of arts, alleen maar een moeder, die zich na zoveel jaar af en toe nog vragen stelt. Veel weten is immers niet altijd beter.
Een halve week ons klein grut in huis gehad. De twee jongste, die nu ook al niet echt meer klein zijn. Kleinzoon wordt eind maart twaalf, kleindochter blijft nog eventjes negen. Ze komen graag eventjes over. Zus van bijna vijftien zien we bij gelegenheid af en toe nog eens opduiken. Zij is het logeren ontgroeid en binnenkort zullen de anderen volgen. Dus is het zoveel mogelijk genieten van die zeldzame momenten. Het valt op, dat iedere keer ze de oversteek maken, ze een getekend stramien volgen. Het ontbijt, de invulling van de dagen, de uurtjes voor het slapen gaan … het staat geprogrammeerd en ze houden zich aan de gewoontes van het logeren. Verandering? Niet aan hen besteed! Zoals ze het kennen, zo moet en mag het blijven. En voor mij ook, voor zolang het nog duurt. Gewoon genieten! Samen in de bioscoop, het plezier van een prachtige animatiefilm en een grote zak popcorn. Naar de markt, richting snoepkraam, het plezier van lekkers mogen kiezen. Op zoek in Dreamland naar een aankoop met het ‘maandgeld’. Blije gezichten op de achterbank van de auto. Uitwaaien op het strand en daarna gaan voor een lekker ijsje, zelfs midden in de winter. Kleine dingen, groot geluk. Méér hoeft niet!
ik weet je nog
tussen de tinten
van ontluikende bloemen
stralend in de zon
warm in je winterjas
glans van goud
over je haar
lach van geluk
op je gezichtje
of hoe jij
een laatste lente
liefdevol schilderde
tot hartbrekend afscheid
Doris Dorné – 18 februari 2024
Nog geen reacties