Nooit meer tastbaar, toch altijd aanwezig. Een gestorven kind blijft je altijd dichter dan dichtbij. Je start samen de dag en je gaat samen slapen. Een gestorven kind zit elk moment van de dag in je hoofd en in je hart. Zelfs na dertig jaar omarm je hem/haar dagelijks. Het verlangen, het hunkeren naar je kind gaat nooit meer over. Je tracht te dromen wat zou zijn geweest, maar wat nooit werd. Je warmt je aan de gekregen liefdevolle momenten, terwijl je ogen dobberen in tranen bij blijvende beelden van je stervende kind. Je praat er niet vaak meer over, maar je denkt er des te meer aan. Hartverwarmend is het dan ook, als plots vanuit onverwachte hoek zijn/haar naam valt. Zo was het vorige week. De kleuterleidster van de tweede kleuterklas, waar Benjamin na anderhalf jaar afzondering (kleuters mogen niet naar school tijdens hun behandeling uit voorzorg voor het krijgen van allerlei kinderziektes) een nieuwe start nam, vermeldde tijdens ons telefoontje, dat hij hen tijdens een laatste bezoekje kort voor hij stierf, vroeg om wat stiller te zijn. Het was iets wat bij haar was blijven hangen, al die jaren al. Zo erg, vond ze, dat een doodziek stervend kind volwassenen er moest op wijzen, dat ze te luid praatten. Het was mij ontglipt, maar ze voelde zich nog altijd schuldig en beschaamd. Op zo’n moment weet je, dat jouw gestorven kind niet vergeten wordt. Dat hij bij elk van ons sporen heeft nagelaten, die nu nog weerklank hebben. Zijn kleuterjuf van de derde kleuterklas is ondertussen heel erg ziek. Ontzettend vlug voortschrijdende Parkinson belemmert haar in doen en laten. Ze zou, euthanasie willen en zegt dat ook. Niet iedereen brengt er begrip voor op, vindt dat ze er niet telkens over moet beginnen en meer moet vechten. Laatst was ze jarig. Ook tegen mij sprak ze zich uit en ik zei haar, dat ik alle begrip heb voor haar keuze. Ze keek me aan en antwoordde: ‘ik wist, dat je me zou begrijpen’, verwijzend naar Benjamin, zijn ziek zijn en aftakelen tot kind onwaardig. En dat je dan een kleine geruststelling kunt zijn midden alle onbegrip. Het is allemaal geboetseerd door Benjamin, door hij die er niet meer is.
Uit een totaal andere onverwachte hoek kwam er een verrassend mailtje. Een vraag vanuit de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience van Antwerpen. Iemand vond in een artikel van Kerk en Leven een interview met mij uit 2013 (elf jaar geleden) terug en vroeg of mijn bundels nog te verkrijgen waren. Ze zouden ‘voor eeuwig’ een plaatsje krijgen in de bibliotheek. Een hele eer vond/vind ik! Na even in de kast duiken en rond vragen, kon ik van elk een exemplaar bij elkaar sprokkelen. Wat blijkt? Mijn boekjes worden met veel zorg en liefde bewaard door de mensen, die ze ooit kochten en daarmee mij en het Kinderkankerfonds UZ Gent tot steun waren. Hartverwarmend en deugddoend. Zo wordt Benjamin, vanuit onverwachte hoek, een stukje erfgoed.
ze blijven
onze kinderen
die er niet meer zijn
ze blijven
hart en hoofd
elke dag beroeren
met de erfenis
die ze achterlieten
zoeken wij ons
vechtend een weg
doorheen de dagen
speurend naar
ons verloren kind
achter onverwachte hoeken
Doris Dorné – 24 april 2024
Eén reactie
Door het lezen van je mooie schrijfsels,het luisteren naar je warme verhalen, je meevoelen in moeilijke tijden heb ik de kleine Benjamin in mijn hart gesloten. Hoewel ik hem nooit heb gekend,toch heeft hij er een plekje en is hij me heel vertrouwd. Bedankt.