Het werd een gouden weekje dit jaar, de carnaval ofte krokusvakantie. Onder een schitterende voorjaarszon (in de schaduw was het wel nog wat frisjes) kon er de voorbije dagen genoten worden van gemaskerde zottigheid, van een méér dan uitnodigend strand, van een terrasje doen en ijsjes likken, van blij lachende mensen. Deze eerste lente opstoot was het ultieme hebbeding waar iedereen op zat te wachten. Samen met dit vroege zomeren spoedden duizenden dagjestoeristen zich naar zee. Als vluchtelingen spoelden ze in drommen aan, het donkere van de winter, de somberte van de stad achter zich latend. En wij … wij stonden samen met hen in een lange rij , de beurt afwachtend bij de bakker of een kwartier geduld oefenend voor een bolletje ijs Het leek wel juli of augustus! Hier hadden we onze jongste kleindochter voor een paar dagen op logement. Een leuke tienjarige toeriste! Wij blij natuurlijk.
Deze eerste, echte lentedagen zorgden ook voor beginnende kleur in de tuin. Daar was er weer die éne krokus. Donkerpaars midden het groen. Ik speurde hem vanuit mijn keukenraam, een eenzaam exemplaar, dat me telkens weer het beeld van Benjamin voor ogen brengt. Toen zes, een gouden jongetje, bezig aan zijn tweede leven. Er waren dat jaar tal van krokussen in onze tuin. Gele, witte, gestreepte en paarse. Ik nam een foto van hem, lachend, midden al die kleurtjes. De zon scheen en goot zijn haren tot brons. Zo mooi, zo veelbelovend … toen nog. Krokussen bloeien en verdwijnen. Ze zijn geen lang leven beschoren, net als Benjamin. En toch is er elk jaar weer die éne krokus. Eén van de vele kiezelsteentjes, die verwijzen naar het lachende jongetje met zon in de oogjes en het in brons gegoten haar.
Er zat dezer dagen veel warmte in de voorbije week en niet alleen door de zon. Twee ontmoetingen maakten me duidelijk, dat veel mensen me in hun hart gesloten hebben en dat wat ik ooit deed voor het Kinderkankerfonds UZ Gent, nog steeds zijn naklank heeft. Jaren geleden werkte ik samen met Nadine Leeman. Zij schreef mijn teksten in kleurige kalligrafie op porseleinen schaaltjes. Honderden van die schaaltjes gingen van de hand voor het goede doel. Ondertussen zijn we een leven verder en verschijnen verschillende van die werkjes op rommelmarkten of bij garageverkopen. Nu moet het lukken, dat ik deze week een vriend/kunstenaar tegenkwam, die zo’n schaaltje had zien staan bij de verkoop van een inboedel. Hij had het onmiddellijk gekocht. Een dag later sloeg ik een praatje met iemand, die ik wel ken van zien, maar verder niet. Zij vertelde me, dat ze op een rommelmarkt één van mijn schaaltjes had gespot en het onmiddellijk had gekocht. Hartverwarmend, dat na tal van jaren, er mensen zijn, die de dingen gedaan nog op waarde schatten. Ik werd er helemaal blij van. En ja, wat ooit gekocht werd met een warm hart voor mij, voor Benjamin én het Kinderkankerfonds UZ Gent, belandt ooit op rommelmarkten, garageverkopen of gewoon het containerpark. Daar ben ik me van bewust. Des te waardevoller wordt het dan, als er nog iemand zich het hoe en waarom herinnert van de dingen gedaan en dat nog, een leven later, op waarde schat.
af en toe
een sprankel zon
een vleugje warmte
zomaar …
na winterse kou
bij ontluikende lente
tekent de dagen mooi
dan zie ik weer
de glans in
jonge reebruine ogen
het laagje brons
op donkerblond haar
en het kleurenpalet
van breekbare bloemen
die speels omringden
zomaar …
af en toe
een sprankel zon
troostvol vallend
over schaduwverdriet
Doris Dorné – 9 maart 2025
Nog geen reacties