Corona … wat is dat? Je zou je dit weekend in een wereld en leven zonder corona wanen, terwijl we dat virusje nog lang niet bij de lurven hebben. Bangelijk benauwend waren die drie laatste dagen in onze contreien. Natuurlijk, de ‘lokale bewoners’ van dit stukje paradijs zijn ondertussen de heersende rust en stilte in onze contreien, als een geschenk uit de hemel gaan beschouwen. Dat mag dus ook niet, want het zou hier zonder de tweedeverblijvers en toeristen een ware mokerslag worden voor de horeca en winkelzaken, maar … zoals Nieuwpoort er gisteren bijliep, is het voor voorzichtige en plichtbewuste inwoners zoals wij, een ware catastrofe. Na drie maanden kwam Zoonlief met kleinkroost voor de eerste keer langs. Veel waren ze niet veranderd, buiten de haartooi (én de baardgroei van Zoon), in lengte. Omdat kleinzoon gedurende de quarantaine een jaartje ouder was geworden, reden we eventjes naar ’t Bad tot bij de speelgoedwinkel. Ik weet, hoe het vroeger als kind echt verlangen was naar een kadootje. Toch even goed de les gelezen: als er een rij wachtenden stond aan de ingang van de winkel, dan was er van dit feestje geen sprake! De schrik sloeg ons al om het hart, toen we het walhalla binnenreden: een massa volk zocht zich slenterend een weg door de straten, een leger fietsers baande zich als hooligans een weg tussen de menigte. Geen rij wachtenden aan de speelgoedwinkel, dus vlug een parkeerplekje gezocht, tien minuten geshopt tot blijdschap van drie kinderhartjes en daarna in sneltempo de wagen weer in. Bij het terugrijden zagen we hoe een massa volk langs de winkels liep, de zeedijk zag zwart van de toeristen. Lange rij wachtenden op de voetpaden, mensen gezellig genietend van een ijsje, wis van afstand houden, zittend op een muurtje of beschikbare stoeltjes. Op een terras verkocht een slimme horeca uitbater barbecueworsten, cava en andere drankjes. Ik waande me op de jaarlijkse braderiefeesten! We konden niet snel genoeg thuis zijn, gezellig op ons eigenste terras, weg van deze volkstoeloop. Tja, nu terrasjes en tearooms nog potdicht moesten blijven, waren al die coronavluchtelingen natuurlijk ‘straatlopers’. Vandaag zullen ze mij daar niet zien, oost west thuis best, je mag het geloven.
Ook de kapper brachten we nog geen bezoekje. Echtgenoot lijkt nu een beetje op een verwilderde Einstein. Volgens hem word ik weer het meisje van achttien. Stel je daar niet teveel bij voor, het is een feit, dat mannen meestal vallen voor vrouwelijk lange haren bij dames. Of ik op mijn bijna vijfenzestigste nog het meisje van achttien moet/kan zijn, daar heb ik zo mijn vragen bij. Ik laat hem nog even in de waan, dromen mag, maar mijn stramme spieren en pijnlijke botten vertellen een ander verhaal. Nu … een complimentje doet altijd deugd in tijden van corona!
in de keuken
met mijn kleindochter
van vijf toch bijna zes
kijkt ze naar
jouw tekeningen
van jij toen amper zes
wat mooi
zegt ze bewonderend
en kijkt me liefdevol aan
ze heeft oog voor
ze is anders
mijn jongste kleindochter
Doris Dorné
Nog geen reacties