Het regent vandaag pijpenstelen en ook de wind laat zich van zijn krachtigste kant zien. Het huis oogt schemerdonker en ’s morgens moet het licht aan bij het ontbijt. Een vochtige kilte sluipt de kamers binnen. ’s Avonds toch even de verwarming aan het werk gezet, terwijl we televisie kijken en de ontspoorde gas- en elektriciteitsprijzen trachten te negeren. Morgen wordt het beter, dan gaat de zon weer schijnen en zal de temperatuur oplopen. Gelukkig nog een beetje nazomer in zicht. Verleden week was zoveel beter. Op dinsdag met een lieve, sportieve vriendin, twaalfduizend stappen verzet (ik moet ook zo’n stappenteller installeren, een werkje voor Zoonlief). Het was een prachtige dag, dus reed ik met mijn fiets tot bij haar. Niet zo’n elektrisch ding, maar een ouderwets model waarop kracht zetten nog moet. Ik voelde me tien jaar jonger. En ook na de wandeling van ettelijke kilometers door villawijken en over en door de duinengordel tot op het strand, geen greintje vermoeidheid. Na een lekker kopje koffie op de zeedijk, vatten we de terugweg aan en vlugger dan gedacht stonden we weer bij haar thuis. Terwijl we het hadden over onze gestorven kinderen kruiste een prachtige groene rups ons pad. Praten over de jonge dood en nieuw leven kruisen, wonderlijk. Ik hoop, dat we gauw nog eens samen stappen.
Verder was er de ‘ziekenhuismisser’. Onze vrijdagse lunchvriendin werd via de huisarts doorverwezen naar het ziekenhuis voor een hersenscan. Hij vermoedde Parkinson, maar wou toch meer zekerheid vooraleer zich echt uit te spreken. Zo gezegd, zo gedaan. Wat bleek echter? De scan mislukte, door het inspuiten van een verkeerde kleurstof. Dus twee weken later was het herbeginnen. Als tachtigjarige ben je dan wel even het noorden kwijt. Ik weet hoe het voelt, overal zijn missers mogelijk, maar eigenlijk zou het niet mogen. Het maakt je kwaad, maar tegelijkertijd zo bang en machteloos. Want wie ben jij, om op dat ogenblik op je strepen te staan? Het medisch bastion is zo imponerend. Bij de tweede chemokuur van Benjamin ging het destijds ook mis. Het leek me bij het aansluiten van de medicatie niet de chemo die hij moest krijgen. Ik gaf het door aan de verpleegster, die toch maar de infuuspomp in werking zette en daarna eens de papieren ging checken. Na luttele seconden lag mijn doodziek kind in coma, stond de afdeling in rep en roer, bleken zuurstoftanks leeg en ging het richting intensieve. Ik was er zeker van, dat het de foutieve medicatie was en gaf dat ook te kennen. Niet, dat ik zo’n grote mond heb, maar een overweldigend moedergevoel zei me dat ik gelijk had en recht in mijn schoenen stond. Ik werd onmiddellijk terechtgewezen en teruggefloten, zelfs een beetje afgedreigd, terwijl we nog een vol jaar behandeling voor ons hadden. Op dat moment voelde ik me heel erg klein en bang. Sedertdien heb ik het moeilijk met mensen, die over mensen beslissen, ook al zijn ze huisdokter, arts of professor. Zie je, ook zij kunnen zich vergissen. Missen is menselijk, maar eigenlijk zou het in zo’n gevallen niet mogen gebeuren. De tweede scan van onze vriendin is gelukkig vlot verlopen. Vrijdag gaan we gezellig lunchen!
zo laat jij
telkens weer
van je horen
gelinkt aan de dingen
die mijn pad kruisen
vind ik jou vaak terug
in ontroerende beelden
van een nu ver verleden
’t is goed zo …
dat jij dicht bij me
bent en blijft
Doris Dorné – 6 oktober 2021
Nog geen reacties